Cerridwen, Goddess of Inspiration
Three Drops of Inspiration Unleashing the Power Within
Ooit in een grijs verleden, toen wij mensen nog niet in staat waren verleden en toekomst van het heden te onderscheiden werd Gwion Bach, een eenvoudig mensenkind, door de Keltische godin Cerridwen opgeroepen in haar cauldron (grote kookpot – verwant aan de graal) te komen roeren terwijl zij elders bezig was….
Is het niet mogelijk, dat Gwion Bach, zoals de huidige mens zou doen, zich na verloop van tijd is gaan afvragen wat zij aan het doen is. Wat precies? Waarom? Waartoe? Het is toch haast onvoorstelbaar dat Gwion Bach al die maanden geen moment nieuwsgierig is geworden? Geen gedachte over waar zij heen gaat, waar vandaan zij terug komt, en hoe het daar geweest zou kunnen zijn? Gwion Bach, waar is je verlangen om de lepel neer te gooien en zelf op weg te gaan om de wereld te verkennen?
Gwion Bach houdt slechts het vuur onder de kookpot brandende en hij roert. Bijna een volledig jaar glijdt voorbij zonder dat hij zich daar bewust van is. Gwion Bach denkt niet. Hij heeft slechts een taak uit te voeren. Dan als het jaar, op nog slechts een paar dagen na, is verstreken, eist het continue roeren, dag en nacht, eindelijk zijn tol. Zijn hoofd tolt van vermoeidheid. Zijn armen voelen als lood door het maandenlange slaapgebrek. Zijn verkrampte vingers verliezen langzaam hun greep op de grote roerlepel. Hij valt snurkend voorover tegen de hete cauldron. De lepel plonst in het brouwsel. Vocht spat op. Drie druppels maken een ruime boog door de lucht en belanden op de hand van Gwion Bach. Hij schrikt op en staart een moment wezenloos naar het vochtvlekken op zijn vingers.
Op dat moment, als getroffen door de bliksem, ontstijgt hij het heden en overziet hij verleden en toekomst. Hij beseft wat hij heeft gedaan: hij heeft geproefd van Cerridwen’s brouwsel waarvoor zij een jaar lang met veel moeite de ingrediënten overal vandaan heeft verzameld. Gwion wéét dat de drie druppels, die hij zojuist heeft opgelikt, haar brouwsel waardeloos hebben gemaakt. In de kookpot pruttelt nog slechts een zielloze substantie. Gwion Bach daarentegen kan wat nog nooit een mens voor hem heeft gekund: denken, causaal denken, vooruit denken. Hij weet opeens. Hij begrijpt. Hij kent zijn eigen vragen en mogelijkheden. Hij snapt Cerridwen’s doen en laten. Met de gedachten komen de emoties, de verwachtingen ende acties. Gwion Bach realiseert zich dat als Cerridwen zo meteen thuiskomt om de laatste ingrediënten aan haar brouwsel toe te voegen, zij hem zeker niet dankbaar zal zijn.
Natuurlijk is Cerridwen verontwaardigd, boos zelfs. Al haar werk van een jaar is voor niets geweest. Ze denkt aan haar twee kinderen: Crearwy, haar dochter, zo mooi en licht als de dag, voor wie zij een gouden toekomst ziet weggelegd en haar zoon Afagddu, lelijk en donker als de nacht. Om hem maakt zij zich grote zorgen. Hoe moet hij zich staande houden in het leven als straks zijn moeder er niet meer zal zijn? Wie zal hem accepteren? Wat moet je nu als moeder doen om straks…
Het ligt dan wel niet in haar macht haar zoon Afagddu dezelfde schoonheid en lichtheid als haar dochter Crearwy te schenken, wel is zij in staat hem iets anders te geven. Niet voor niets is zij toch de hoedster van de cauldron waarin bovenmenselijke krachten worden gebrouwen? Dankzij haar brouwsel zal Afagddu uitstekend zichzelf in het leven kunnen redden.
Precies een jaar plus een dag doet Cerridwen erover om haar brouwsel gereed te krijgen. Sudderen moet het en pruttelen. Ontelbare ingrediënten moeten op het juiste moment worden toegevoegd. Moeilijk vindbare ingrediënten somtijds, van dichtbij en veraf, uit alle vier de jaargetijden. Het enige wat ze nog nodig heeft is een hulpje, een mensenkind, dat in staat is en bereid is om slechts deze uiterst eenvoudige taak te verrichten: een beetje roeren…
Nu kan ze weer helemaal opnieuw beginnen!
Gwion Bach beseft dat hij er maar beter vandoor kan gaan. Hij zet het op een lopen. Al snel hebben Cerridwen’s godinscherpe ogen hem ontdekt. Ze zet de achtervolging in. Een paar maal weet zij hem bijna in te halen. Opgejut door haar snelle naderen, weet Gwion Bach haar steeds voor te blijven door gebruik te maken van zijn nieuwe vermogens en zichzelf te transformeren. Steeds heeft Cerridwen echter op zijn verandering een adequaat antwoord te geven. Dus moet hij opnieuw… en zij weer…
Gwion Bach wordt een haas, Cerridwen een vos. Net op tijd springt Gwion Bach de lucht in en vliegt weg, Cerridwen achtervolgt als valk. Gwion duikt naar beneden het water in en zwemt voor zijn leven. Cerridwen volgt als visotter. Uitgeput denkt Gwion Bach dan eindelijk de ultieme oplossing te hebben gevonden. Als het nodig is, kan hij volstrekt onvindbaar onderduiken in de massa: weer op het droge transformeert hij tot een enkele korrel graan te midden van vele. Als reactie verandert Cerridwen in een kip en begint rustig àlle korrels een voor een van de grond te pikken.
Gwion Bach heeft de drie inspiratie druppels uit de cauldron ten volle benut. Hij heeft zijn verlangen om te ontdekken en uit te proberen alle ruimte gegeven. Met vallen en opstaan wist hij steeds te transformeren. Hij was zelfs bereid zich aan te passen en op te gaan in de massa. Ondanks al zijn vernuft en al zijn inspanningen is hij echter toch nog opgevreten. Einde verhaal? Is dat wat zijn vermogens hem uiteindelijk opleveren?
Cerridwen, Talliesin/Gwion Bach, sinds vele eeuwen
Keridwen, sinds 1997